
Gea & Elsa zorgen vanuit passie
“De zorg zit in ons hart”
Hoe maken we morgen beter?

Gea (55) verhuist op haar 21e van Friesland naar Roosendaal voor de opleiding tot verpleegkundige. "Ik dacht altijd dat ik terug zou gaan naar het noorden," vertelt ze met een glimlach, "maar het leven liep anders. Mijn man en ik hebben hier een huis gekocht, kinderen gekregen, en nu woon ik hier al ruim 34 jaar." Na jarenlange ervaring op de longafdeling in het Franciscus ziekenhuis, zet Gea na de fusie in 2015 haar roeping als longverpleegkundige voort. "Al 32 jaar werk ik met deze patiëntencategorie, en het voelt alsof ik hier thuis hoor."
Elsa (56) werkt jarenlang in het Lievensberg ziekenhuis, tot aan de fusie. Het grootste deel op de longafdeling. “Ik begon in ’89 met de opleiding tot verpleegkundige. Hoewel ik de afgelopen jaren heus weleens dacht aan iets anders, kon ik het ziekenhuis nooit echt loslaten. De mensen, de collega's, de band met de patiënten... ik ben hier echt op mijn plek."
Een band opbouwen
Wat hen allebei aantrekt aan de longafdeling is de bijzondere band die ze opbouwen met hun patiënten. "Vroeger lagen mensen soms wekenlang bij ons. Daardoor leerde je de patiënt beter kennen. Nu zijn de opnames korter. De afdeling is groter geworden en de zorg is complexer. Maar de patiënt staat nog steeds centraal. Het is zo waardevol om patiënten bij te staan, zeker als ze regelmatig terugkomen. Je deelt lief en leed met ze, dat schept een band."
Maar het werk is niet altijd makkelijk. Beiden blikken terug op de coronaperiode, die zijn sporen heeft nagelaten. Gea: "Het was overleven. In de coronatijd hadden we drie afdelingen. We kregen hulp van collega’s uit het hele ziekenhuis. Wij als longverpleegkundigen coördineerden de zorg. Terwijl de wereld om ons heen stil viel, waren wij alleen nog maar bezig met zorgen. Pas later besefte je de impact.” Elsa vervolgt: “Het was een vreemde tijd. We zagen elkaar nauwelijks, hadden vergaderingen online. Maar we wisten waarvoor we het deden. Het was een pittige tijd, maar we hebben goede zorg verleend. En ergens was dit juist ook een hele dankbare periode."
Kennisdelen
Gea en Elsa volgden beiden de in service opleiding tot verpleegkundige. Inmiddels delen zij hun eigen kennis met de jongere generatie verpleegkundigen. Iets wat ze allebei erg leuk vinden. Gea: "We zien zoveel verschillende persoonlijkheden. Sommige studenten zijn terughoudend, anderen juist heel assertief. We willen hen allemaal dezelfde kans geven. Zij zijn de toekomst, en wij willen onze ervaring doorgeven.” Elsa: “Het is leuk om te zien hoe zij van ons leren, maar wij leren ook van hen. De zorg is nu complexer dan vroeger, maar de basis blijft hetzelfde: goed zorgen voor de mens achter de patiënt. Dat is en blijft onze missie."
Dankzij de jarenlange ervaring van Gea en Elsa zijn er genoeg bijzondere momenten die hen bijblijven. Gea herinnert zich een patiënt die ze twintig jaar lang verpleegde. "Ik heb haar kinderen zien opgroeien, haar ouders overleden zelfs op onze afdeling. Het was daarom best emotioneel toen ze op haar 48e overleed. Ik ben zelfs naar haar uitvaart gegaan."
Elsa lacht bij de herinnering aan de vroegere dagen in het ziekenhuis. "We hadden toen nog een rookkamer op de afdeling voor de patiënten! Er werd zelfs door personeel gerookt in de koffiekamer. Je kunt het je nu niet meer voorstellen. We liepen in jurkjes met sandalen, deden spelletjes met de patiënten in het weekend. Soms werd er ‘s avonds friet of pizza besteld samen met de patiënt. Een hele andere tijd!"
Flexibiliteit en mantelzorg
Naast hun werk als verpleegkundigen zijn Gea en Elsa beiden mantelzorgers. Gea zorgt op afstand voor haar nichtje in Heerenveen, en Elsa voor haar vader. “Onregelmatige diensten helpen ons om flexibel te zijn. Je moet het allemaal combineren. Dat gaat door de wisselende werktijden gelukkig best goed." Ondanks de uitdagingen, de verdrietige momenten en de veranderende zorgwereld, blijven Gea en Elsa trouw aan hun vak van verpleegkundigen op de longafdeling. “De zorg zit in ons hart. We zijn graag van betekenis voor een ander. Juist dat maakt dit werk zo mooi.”